ontwerponderzoek naar woonkwaliteit onder krimp en groei in de Zeeuws Vlaamse grensregio.
De Zeeuws-Vlaamse grensregio is een spannend gebied. Twee werelden komen hier samen; het Zeeuwse en het Vlaamse, met een gedeelde historie en een rijkdom aan landschappen.
De grens tussen Nederland en België is haarfijn aan te wijzen: ook zonder grenspaal is duidelijk hoe anders in België wordt gebouwd en vooral hoe anders de vorm van plattelands wonen is.
het nieuwe Zeeuwse en Vlaamse wonen.
Het Vlaams-Belgische plattelandswonen lijkt een soort stad op het land, terwijl op het Zeeuwse platteland het agrarische karakter overheerst en er in de dorpen gewoond wordt. Zeeuws Vlaanderen krimpt, er is veel leegstand zowel in de dorpen als daarbuiten.Het Vlaamse platteland verstedelijkt en bezwijkt bijna onder zijn groeiende populariteit. Nu het leven op het platteland verandert, is het interessant hoe het wonen en het landschap in Zeeuws Vlaanderen en de Vlaamse grensregio zich zal ontwikkelen.
onderwerp
Stimulering van het plattelandswonen lijkt tegen de huidige politiek in te gaan, waarbij Zeeuws-Vlaanderen vooral als nieuw natuurareaal wordt gezien. Het teruglopend bewonersaantal wordt ingeruild tegen het groeiend toerisme. Terwijl de Vlaamse nevelstad populair en verguisd is. Daar staat tegenover dat het Zeeuws – Vlaamse landschap al eeuwenlang een bewoond landschap is.
tussen wonen en landschap
Het doel van het onderzoek is om in Zeeuws Vlaanderen en het Vlaamse grensgebied vormen van plattelandswonen onder het voetlicht te brengen die het landschap positief ontwikkelen. Wat is het opnamevermogen van het Zeeuws-Vlaamse landsschap? Kan er een zodanige aantrekkelijke woonkwaliteit worden gegenereerd, dat dit tot een nieuwe impuls van Zeeuws Vlaanderen als woongebied kan leiden? Kan de dichtheid, die de woonkwaliteit van het landschap in België onder druk zet, worden gereguleerd? Wat zouden de ingrediënten zijn voor een sprawl, die het landschap juist versterkt?
strategie wonen in de kleine polders In de kleine polders zou de kamervorm van de polders benadrukt kunnen worden door het opnieuw aanplanten van bomen en het bewust openhouden van de bebouwing, door tussentuinen en landjes. Veel polders zijn al niet meer als zodanig herkenbaar, bijvoorbeeld door dijkafbraak; afhankelijk van de situatie kan de de éne polder wel geheel beplant worden en de andere in gedeeltes. De situatie in Vlaanderen, laat zien dat er heel wat bebouwing langs de dijken mogelijk is, zolang het geen straten worden, of als deze maar eenzijdig zijn en vaak worden onderbroken.
strategie wonen in de grote polders Beplant de polderdijken en met name de voormalige zeedijken, zodat de structuur van het landschap afleesbaar blijft. De ‘kamers’ hoeven niet overal gesloten te worden zodat spannende doorzichten en ook de grootste maten zichtbaar blijven. Er zullen meer beschutte delen ontstaan die geschikt zijn voor andere woonvormen dan de ‘grote eilanden’ , het boerenlandgoed.
boerenlandgoed Oorspronkelijk de functie en vorm van herenboerderijen, met eigen oprijlaan en groot tot zeer groot kavel omheind met hoge populierenhaag tegen de wind. Hier heeft men alle vrijheid, wat betreft gebruik, inrichting en bouwmassa. Het kan gaan om boerderijen, ‘landgoederen’, woon-werken, maar ook om gecombineerde woonprojecten, zoals 6 woningen op een eiland of ‘kamer’. Onafhankelijk van de secundaire weg en losjes, enigszins geïsoleerd in het landschap, geven deze ‘landgoederen met hun karakteristieke beplanting en laantjes schaal aan de grote polders. De polderdijken zijn vaak, maar niet altijd beplant met dubbele rijen bomen. De ‘boerenlandgoederen’ liggen ook wel in de zoom van de polderdijken in een intiem en beschut woonklimaat.
knoopgehuchten Een groep grote kavels rond een kruispunt vormt gezamenlijk een supereiland. Als het kruispunt zelf wordt beplant kan er een soort ‘gemeenschappelijke ruimte’ een ‘erfplein’ ontstaan. Het is overigens niet gewenst om bij iedere kruising een gehucht te laten ontstaan.
de lanen, lineair gehucht Laantjes (privé) aan de doorgaande weg vormen een gemeenschappelijke ontsluiting voor drie of meer ‘wooneilanden’ en vormen zo buurtjes.
het lange eiland Kleine wooneilanden klonteren samen langs een watertje of stuk dijk en vormen samen een langgerekt en geïsoleerd eiland , met of zonder privé toegang.
strategie wonen in het ‘patchwork’ landschap In het patchwork vormen velden en wegen eilanden. Door de doorgaande wegen te benadrukken met verschillende soorten bomen wordt de hoofdstructuur versterkt, terwijl beplanting op kleine dijkstukken en hakhout het kleinschalige karakter in stand houdt. Er moet een duidelijke keuze worden gemaakt om de weg, of het eiland open te houden. Een systematiek met gemeenschapsveldjes en afwisseling met puur agrarische eilanden kan hierbij helpen.
woon strategie in het slagen landschap In het slagenlandschap zouden de smalle lange kavels kunnen worden benadrukt door randbegroeing en dwarsbebouwing, terwijl een aantal grote niet beplante delen ook lange lijnen in de dwarsrichting open houden.
ruimtelijke kwaliteit
Als we meer willen weten over de ruimtelijke kwaliteit en de woonkwaliteit dan zullen we moeten bekijken hoe het landschap in elkaar steekt en wat de relatie tussen het wonen en het landschap is.Het ruimtelijke wordt per schaalniveau onderzocht, landschappelijk, stedenbouwkundig, architectonisch. Om nu de relatie tussen wonen ìn het landschap en het landschap zelf te onderzoeken, willen we op zoek gaan naar de snijvlakken van deze schaalniveaus. We leveren dan ook eerder een nieuwe bril om het probleem mee te bekijken, dan een pasklare oplossing.